Leg de 24 huisjeskaarten uit op tafel met de plaatjes naar boven. De spelers wijzen nu een speler aan die de partij gaat leiden. Dit is de spelleider.

De spelleider verstopt Dodo onder één van de kaarten "huis".

Dan mag de elke speler een vraag aan de spelleider stellen. Bijvoorbeeld: is Dodo in een huisje waarvan de schoorsteen brandt? Is Dodo in een huisje met een kat? Enzovoorts. De spelleider kan alleen met "ja" of "nee" antwoorden.

Als een speler denkt te weten waar Dodo zich heeft verstopt, moet hij op zijn beurt wachten om dit aan de spelleider te vertellen.

Speelduur: ong. 5 min.